De koeien

De vijfenzeventig koeien op de Beekhoeve zijn van het roodbonte Maas-Rijn-IJsselvee en blaarkop ras. Rassen die goed passen bij het veenweidegebied en een zogenoemd ‘dubbeldoel’ dient. Koeien die zowel voor de productie van melk als vlees worden gehouden.

Als het weer het toelaat – dus een groot deel van het voorjaar, de zomer en de herfst – lopen de roodbonten en blaren buiten, samen met ongeveer 25 stuks jongvee. In de winter is het over het algemeen te nat: dan zouden de koeien het gras kapot lopen. Maar wanneer het weiland hard bevroren is en de zon lekker schijnt, gaan de melkkoeien in de winter ook wel eens naar buiten.

De veenweidekoeien eten vrijwel alleen gras en dat is er in overvloed in het gebied. Ze krijgen zeer weinig krachtvoer. Gevolg van het grasmenu is dat de koeien 5.500 liter melk per koe per jaar geven en dat is minder in verhouding met hun niet-biologisch gehouden zusters. Die geven per koe in dit gebied zo’n 10.000 liter melk per jaar. Toch is het rendement van De Beekhoeve prima. Dat komt mede doordat De Beekhoeve een hogere prijs per liter melk ontvangt omdat het melk hogere gehaltes aan vet en eiwit bevat. Ook de biologische productiewijze wordt beloond. Daarbij komt dat de kosten voor de dierenarts laag zijn omdat de koeien door het grasmenu en lagere productie makkelijker zelf gezond blijven. Ook de kosten voor het eigen voer zijn lager. Alles bij elkaar geeft dit een goed rendement op de melk. Biologisch boeren levert niet alleen heerlijke melk, maar ook (h)eerlijk vlees.